zondag 15 juli 2012

De verandering in afzet de laatste 20 jaar. Deel 1 1993 to 2003.

De klompenmakerij heeft de laatste 20 jaar veel ups en downs gekend. Net voor dat ik zelfstandig het bedrijf voortzette had de klompenmakerij een klant die 80 % van de omzet had. Aan de ene kant makkelijk aan de andere kant heel risico vol. Dat het risico vol was bleek wel toen dit bedrijf failliet ging. Zonder dat er vooraf  een vermoeden was.
Dat heeft ervoor gezorgd dat ik 2 jaar later kon instappen. Op dat moment was de afname zeer minimaal. 
We zijn in contact gekomen met een collega klompenmaker, die ook slachtoffer was van dit faillissement. Al vrij snel konden we klompen als half product (niet geschuurd) naar hem leveren die hij verder afwerkte en door verkocht. Na een korte tijd kreeg hij een plaats op een paar veemarkten. Daar werden heel veel klompen verkocht naar de handelaren daar. Dit ging prima. Enkel hadden we nog steeds 1 grote afnemer. Dus risico vol. En inderdaad, toen de MKZ uitbrak werden alle veemarkten gesloten. Weg handel, weg afzet.
Naarstig opzoek naar nieuwe afzet. Die werd gevonden in de souvenirs (draag)klompen. Was wel weer een grote klant, maar er was afzet. En ondertussen konden we andere verkoop kanalen zoeken. Ladingen netjes geschuurde klompen gingen naar een bedrijf dat de klompen schilderde en afzette over heel de wereld. De prijzen waren goed, dus kregen we weer lucht. En konden we verder opzoek naar afzet punten.
11 september  2001 9/11, bracht voor ons weer een hele verandering. De Amerikanen kwamen niet meer  naar Amsterdam en de souvenir handel zakte in. Heel de handel klapte volledig in toen in 2003 het SARS-virus uitbrak en de Aziatische toerist niet mocht reizen. Je snapt het al, weg souvenir klompen handel.
Een ander fenomeen kwam van de Europese commissie, die in al hun wijsheid beslisten dat de klompen die op de werkvloer werd gedragen aan een CE-norm moesten voldoen. Een van de grootste klompenmakers bedrijven is met TNO een CE test gaan doen. (Hier komt een aparte blog over)

maandag 9 juli 2012

Koffie drinken op de klompenmakerij.
Toen ik kwam werken bij de klompenmakerij werkten was ik nog scholier op de middelbare school. Er werkten 6 a 7 personen in vaste dienst. Daarnaast een paar scholieren net als ik, die na schooltijd klompen kwamen schilderen of andere lichte werkzaamheden verrichten.
Koffie dronken we in de keuken. De keuken was 2.5 bij 3 meter groot, of klein zoals je het wil zien.
De moeder van de klompenmaker een vrouw van ruim 75 jaar, zorgde altijd voor de koffie. De koffie zette ze in een percolator in eerste instantie op het gasstel, later was er een elektrische percolator. Een heerlijk bakje koffie dat altijd met zorg werd gezet. In de koffie ging een schepje Buisman voor de smaak.
Waar je moest zitten was altijd duidelijk. Iedereen gat zijn eigen kopje. Je ging zitten waar je kopje stond. Vast personeel had een kopje met gekleurde stippen.  Ik had al snel promotie gemaakt en kreeg een kopje met grijze stippen. Los personeel of gasten kregen een kopje met roosjes erop.
Naast je kopje lagen 2 speculaasjes of thee biscuitje.
Het kon gebeuren dat we met een man of 12 in het kleine keukentje zaten. Was altijd heel gezellig, de meest sterke verhalen kwamen over tafel. Verhalen over het verleden of verhalen van de jeugd die in het weekend op stap waren geweest. Je keek altijd uit naar de koffie pauze.
Uit school zorgde je ervoor om zo snel mogelijk naar de klompenmakerij te rijden. Om toch maar aanwezig te zijn bij de koffie pauze.
Een anekdote van rond 1970.