woensdag 14 maart 2012

Bomen kappen


De bomen werden vroeger om gekapt met een bijl. Bomen kappen met een bijl was een vak, elke
klap met de bijl moest raak zijn. Bijlen van bomenkapper werden gesmeed bij de smid.
Voor men ging kappen werd er gekeken waar en hoe de boom moet vallen. Met twee man kappen
en zorgen dat je in het ritme om en om met de bijl sloeg. Grote spanen hout vlogen in het rond. Net
zolang tot de boom viel. Heel belangrijk was dat je goed kapte met de bijl zodat de boom niet van
onder tot boven open spleet.

De boom was dan voor klompen maken nog weinig waard. De takken werden eraf gekapt en op bussels gedaan. De bomen werden met paard en wagen naar de klompenmakerij gebracht. Het vervoer werd met de Malle Jan gedaan. De Malle Jan werd over de boom gereden met paarden. Was de Malle Jan boven
de boom werd deze met kettingen op getakeld. Allemaal met spierkracht.

Wanneer de boom op een (boom)wagen moest, werd dit met behulp van spaken* en kettingen
gedaan. De paarden werden ingezet om met kettingen de bomen op de wagen te spinnen**.

De bomen werden gekapt in de periode dat er geen blad aan zat. Bomen gekapt in de periode dat
er blad aan zit, zijn taaier om te verwerken en moeten vlugger verwerkt worden. Een boom gerooid
zonder blad moet binnen een jaar verwerkt zijn. Een boom gerooid met blad is 4 tot 6 maanden
houdbaar.

Toen had duurzaam ondernemen nog geen intrede gedaan. Maar werd dit volop (nood gedwongen)
gedaan. De spanen werden bij elkaar geraapt, in manden gegooid en verkocht als aanmaak hout. Zo
werden takken op “bussels “ gedaan en door de bakker gebruikt om de oven te stoken.

*Ronde houten spil van een paar meter lang en 10 cm doorsnee
** spinnen is door een speciale manier de ketting rond de boom te doen waardoor deze kan gaan
rollen.